Zoals jullie in het hoofdstuk “Mijn eerste twee trips naar Frankrijk” al hebben kunnen vernemen, had ik me voorgenomen om terug te keren naar Domaine des Forges, ondanks mijn weekend blanken aldaar.
Het was eind juni en ik had mijn eerste sessie op Domaine des Forges nog vers in mijn geheugen staan. Ondertussen had ik een endorsement verworven met Challenge boilies. Deze boilies vond ik super. De vangsten waren geweldig en ik maakte onbewust veel reclame voor dit merk vanwege de goede resultaten die ik behaalde op de (betaal-)wateren. Herhaaldelijk ving ik de meeste karpers en had ik de meeste runs. Voor een groot gedeelte gaf ik de credits aan de boilies die ik gebruikte. Hier had ik dan ook volledig vertrouwen in. Het voordeel van Challenge was dat ze er zéér goede chops bij konden leveren. Chops zijn een soort boilies in de vorm van een staafje. Zeker op een dressuurwater (lees: veelal betaalwater) zou het vissen met deze staafjes een groot voordeel kunnen zijn. Ik kende het water nog uit mijn hoofd en koos de plek die recht tegenover die van onze ‘Louis de Funés’ lag. ‘Zijn’ stek was namelijk al verhuurd. Voor het eerst had ik ook de beschikking over een Anatec voerboot. Mijn buurman, Sebastiaan, een alleraardigste jongen die op een voetbalinternaat zat van Olympic Marseille, huurde deze boot namelijk van het water. Hij zei me dat ik eventueel ook ritjes met deze boot mocht maken indien ik dit wenste. Hier maakte ik gretig gebruik van. Nadat ik grondig had gepeild en het bodemverloop voor mezelf goed in kaart had gebracht had ik zowel een ‘hotspot’ op een talud gevonden als een hotspot in een kuil. Ik had de hengels nog niet eens allemaal uitgelegd of de eerste zakker gevolgd door een strakke fluiter was een feit. Ik sloeg aan en dacht direct dat ik mijn record aan diggelen zou gooien met deze vis. Allemachtig wat was deze vis sterk! Hij zwom van mij weg alsof het niets was. De slip werd met speels gemak op de proef gesteld. Gelukkig was de vijver niet zo groot dus een leeg getrokken spoel zou niet tot de mogelijkheden kunnen behoren. Op een groot open water zou dit gevaar met zoveel geweld zich wel eens kunnen voordoen. De slip hield gelukkig stand. Vele vissers kwamen op het geweld af en stonden in spanning af te wachten wat ik bovenwater zou halen. Sebastiaan keek mij lachend aan en begon een handschoen aan te trekken� het was 30 graden…dus van koude vingers kon geen sprake zijn! Ik was te druk met de dril bezig om mijn verbazing uit te spreken naar hem. Dat komt later wel dacht ik… eerst even de gigantische karper op de mat krijgen…want mijn record (47 pond) zou spoedig gaan sneuvelen! “Doucement, Alex (rustig aan)” c’est une silure” (het is een meerval), zei Sebastiaan. Een wat? Een meerval? Ik had in mijn hele leven nog nooit en meerval gevangen. Hoe kan hij dit nou weten? De vis had zich nog niet eens vertoond! Na ruim 15 minuten strijd kwam er inderdaad een groen monster voorbij trekken! Aan de ene kant vond ik het wel spectaculair, aan de andere kant een kleine teleurstelling… geen nieuw karperrecord namelijk. Ik begreep nu meteen de handschoen. Het schepnet was onhandig voor deze meerval dus trok hij de vis er gewoon gecontroleerd uit. Duim in de bek en vingers onder de kaak en dan rustig tillen. Ondertussen stond het hele water zowat naast mij de vis te bewonderen. Sebastiaan onthaakte de vis en de fotosessie kon snel beginnen. Een 1.32 m meerval op een 13 mm chopboilie! Veel gekker kon het niet worden. Nadat ik de vis had teruggezet, vroeg ik Sebastiaan hoe hij wist dat het een meerval was. “Och, dat is niet zo moeilijk” ik wist het bij het aanslaan al. Ik keek op het water en zag een enorm bellenplakkaat en dat is het teken van een meerval. Een meerval is ook veel sterker dan een karper! Deze mening kon ik delen en ik had direct weer wat bijgeleerd.Ik kreeg de ene run na de andere…maar bij nagenoeg al mijn buren bleef het ijzig stil. Toch vond ik dat Sebastiaan een goede visser was. Zijn montage zag er goed uit en hij lag best wel op een hotspot. Met enig wantrouwen bevestigde hij een boilie aan zijn montage en stuurde de boot naar zijn stek. Niet veel later kreeg hij een schitterende run! Een mooie spiegelkarper van 29 pond viel hem ten deel. Wij waren er beiden van overtuigd dat deze chops en boilies, met de smaak plum, dressuur-doorbrekend waren! Als enigen van het water zaten wij erg goed te vangen. Diep in de nacht kreeg ik wederom een mooie run. Ik sprong op en nam een spurt naar de dienstdoende hengel. Het gras was door de douw wat nattig geworden (lees: spekglad!) en Alex was hier niet helemaal op ingesteld! Op het moment van aanslaan trok ik mezelf onderste boven. Ik slipte met beide voeten weg en viel al drillend achterover. Het had allemaal niet misstaan in een slap-stick van Laurel en Hardy! Gelukkig liep ik dit keer geen ‘schade’ op. De mooie run werd veroorzaakt door een schitterende graskarper. De karper op zich was niet groot, 24 pond, maar wel goudkleurig. Nadat ik de graskarper had teruggezet en de chops aan het verversen was, ging mijn andere hengel er vandoor. Na een vrij lange dril belandde er een tweede graskarper in mijn net! Twee graskarpers binnen 10 minuten! Deze vis was iets groter, 25 pond, maar minder mooi. Deze was meer zilverkleurig. Geheel voldaan dook ik mijn tent weer in. Deze nacht gunden mijn beetverklikkers Eveline en mij niet echt een nachtrust. Ik ving nog diverse meervallen en karpers in verschillende maten. De mooiste vis van deze sessie was een 40 ponds schubkarper die ik weghaalde op de plek waar de kleine Fransman mij een paar maanden daarvoor nog de les las! Het was in ieder geval een goede les geweest.
Ik viste deze sessie op stek 10. Deze stek was recht tegenover stek 11 van onze vriend ‘Louis de Funés’ die mij enkele maanden hiervoor een demonstratie gaf over “hoe te vissen op Forges”. Mijn montage bestond uit haakmaatje 6, bevestigd aan een onderlijn van Krypton 12,5 lbs van ongeveer 15 cm. Als lood gebruikte ik 70 grams inline lood. De bodem is hier namelijk redelijk hard en de kans dat mijn onderlijn in de modder zou worden getrokken door de inline montage was nihil te noemen. En het is nu eenmaal een vaststaand feit dat inline lood beter haakt dan wartellood. Tegenwoordig gebruik ik het lood en de haken (maatje 6) van Korda. Dit lood is nog meer verfijnd en heeft een betere camouflage werking onderwater.De haken van Korda zijn mat waardoor ze onderwater niet glinsteren. Dit geldt overigens ook voor de wartels. De wartels van Korda zijn mat in vergelijking met andere. Ik ben nu eenmaal van mening dat camouflage (zeker op de dag) een zéér belangrijk onderdeel is in het hedendaagse vissen.