Etang du Vaumigny was het eerste water dat ik bezocht voor de opnames van “Betaalwater in Frankrijk deel II”. De reis er naar toe was niet erg plezierig� Je moet namelijk de ringweg rond Parijs nemen…. en die staat nog wel eens vast. Qua afstand is het te vergelijken met “Ferme des Tommelles” of met “Domaine de Saint Christophe” maar qua reistijd zeker niet. Ik heb deze rit nu diverse malen gemaakt en over deze 600 km doe ik gemiddeld zeven tot negen uur, terwijl mijn rit naar Christophe, dat op ongeveer dezelfde afstand ligt, met een beetje geluk binnen de zes uur blijft. Maar goed, als je eenmaal aankomt sta je perplex wat betreft het natuurschoon en de ligging van het water. Het is een meer van 15 ha, met een grote diversiteit aan vis. Je kunt hier karper, graskarper, meerval en steur vangen. Helaas…. ook de dwergmeerval is hier gedurende de zomermaanden actief, maar daarover later meer. De eigenaar en eigenaresse, Franck en Dorita Renard, zijn fijne mensen. Ze spreken niet veel Engels, maar doen wel echt hun best om te begrijpen wat je bedoelt. Toen ik aankwam mocht ik zelf een stek uitkiezen. Een stek reserveren is daar niet mogelijk. Ik koos stek zeven. Deze stek koos ik omdat hij veel obstakels bevatte… en zoals men inmiddels weet ben ik daar gek op.
Ik besloot om mijn drie hengels, hetgeen het maximum is op Vaumigny, strak tegen de bomen neer te leggen. De sessie liep van donderdag tot en met zondag. Veel tijd had ik dus niet voor de opnames. Het was begin mei en het weer was heerlijk. In de middag kreeg ik al direct een mooie run, die ik verzilverde. Gelukkig meer dan genoeg licht om te filmen. Een spiegel van 22 pond was wederom een mooie binnenkomer! De muggen waren dit jaar vroeg… om me hiertegen te bewapenen had ik enkele fakkels neergezet, die gestookt werden met een citroenolie. Ik hoopte maar dat dit zou volstaan. Mijn derde hengel lag onder een wilg, op ongeveer 1.60 m diepte. Na een paar piepen haalde ik eens op… een kleine dwergmeerval had zich in mijn 15 mm boilie vastgebeten. Was dit even een streep door de rekening! Ik verving vervolgens maar mijn montages. Een lange hair met een vispellet van 35 mm moest de strijd aangaan met deze kleine plaag. Gelukkig werkte dit. Na een klein uurtje ging wederom de derde hengel af, met als resultaat een mooie graskarper. De torpedo gaf een stevige en spectaculaire dril. Een Amour Blanc (witte liefde zoals de Fransen het noemen) moet je altijd met veel geduld en heel voorzichtig terugzetten. Een graskarper vecht zich namelijk als het even kan helemaal leeg. Bij het terugzetten in het water moet je de vis zo veel mogelijk begeleiden bij het wegzwemmen. Rustig, met moed, beleid en trouw. De avond diende zich aan en de fakkels had ik ondertussen aangestoken. Ik genoot van de complete stilte en de ijsvogeltjes die driftig op en neer vlogen.
Plotseling werd de stilte doorbroken door een fluiter op mijn eerste hengel. Deze hengel lag tegen een dode boom aan die half in het water lag. Het was niet eenvoudig om de karper zo snel mogelijk uit de gevarenzone te krijgen. Bij het aanslaan voelde ik een log gewicht dat langzaam maar zeker in actie kwam. Met een uiterste krachtinspanning kreeg ik de karper weg bij de dode boom. Nadat ik eenmaal de karper op het wijd had gekregen, kon ik iets meer rust in mijn dril brengen. De stompe harde stoten die ik op mijn hengel kreeg voorspelden veel goeds. Het record van Vaumigny stond op 42 pond. Niet echt hoog voor zo’n mooi water er moeten haast wel grotere biggen aanwezig zijn. Langzaam maar zeker kreeg ik zicht op de karper. Eén ding wist ik zeker: deze karper zou de veertig pond gaan overschrijden. Als deze dus de 42 pond zou passeren, betekende dit mijn derde record op een betaalwater (!) en dat op dvd… pfff… wat een droom. De dril duurde maar voort. Eindelijk kon de vis geschept worden. Snel onthaken en kijken tot hoever de naald zou gaan. Na enige aarzeling bleef de naald steken op 44 pond! Een nieuw record dus! Allemachtig mijn derde toen kwam de koude douche ik moest mijn weegzak er nog vanaf trekken. En die was zwaar voor mijn gevoel te zwaar Met aftrek van drie pond kwam de teller dus op 41 pond te staan. Helaas geen record, maar wel een mooie vis. De teleurstelling was snel weg, want het was toch weer een veertig-plusser! Mijn tiende van dit seizoen.
Het uitzicht was werkelijk formidabel met de ondergaande zon. Dit zijn van die momenten waarvan ik intens kan genieten. De nacht diende zich aan en de stilte kreeg de overhand. Deze nacht bracht twee runs. De eerste run was een brasem (op een 35 mm vispellet!) en de tweede run was een mooie 30 ponder (spiegel). In het begin had ik deze vis enigszins verkeerd ingeschat. Eveline vroeg tijdens de dril of ze moest helpen. “Nee hoor, het is een knolletje” dit doe ik zelf wel even. Blijf maar lekker liggen”! Op dat moment dacht ik namelijk echt nog dat ik te maken had met een knolletje. Maar naar mate de dril vorderde, moest ik mijn mening steeds weer bijstellen. Ik wilde het Eveline niet aandoen om haar (alsnog) uit haar warme bed te halen, dus deed ik… Achter mij hoorde ik wat geritsel bij de tent. Tot mijn opluchting zag ik Eveline. Zij kwam toch maar even buurten voor de zekerheid “Een knolletje?”, vroeg ze! Ik gaf toe dat ik het iets verkeerd had ingeschat. Ze schepte de mooie spiegel. Toen snel even een foto en dan weer retour de slaapzak in! Vroeg in de ochtend werd ik gewekt door twee enkele piepen� bij het binnendraaien had een poison chat zich te goed gedaan aan een vispellet, die inmiddels was geslonken tot zo�n kleine 18 mm. Wij besloten om tijdens het middaguur een bezoekje te brengen aan het plaatselijke zwembad van Chateaudun. Geweldige combinatie, die ik elke visser kan aanraden. Even er tussenuit en fris weer terugkomen voor de voortzetting van de sessie.
Deze dag kreeg ik een enorme teleurstelling te slikken� Het Franse record van steur staat op 37 kilo. Deze steur is slechts éénmaal gevangen op juist Vaumigny! Ik vergeet nooit meer de enorme run die ik kreeg, terwijl ik met Franck het Nederlands elftal even doornam! Op het moment van aanslaan kwam er een scud-raket het water uit, waar geen eind aan kwam! De geweldige plons verraadde een steur “Dit is uhm”, zei Franck. De kapitale steur van Vaumigny!. De camera werd direct door Eveline in stelling gebracht en het gevecht om het Franse record kon gaan beginnen. Ik heb in mijn leven veel zware vissen mogen drillen, maar dit sloeg alles! De slip van mijn Shimano stond werkelijk op maximaal voor 0.33 mm! De steur zwom er doorheen alsof het niets was. Hij ging niet naar obstakels toe, maar zocht het open water! “Dit is mijn kans” dacht ik nog. De steur zwom naar links en naar rechts, waar hij maar wilde. Ik kon niets, maar dan ook niets afdwingen. De tijd sprak echter in mijn voordeel! Ik was de steur aan het afmatten. Na ruim 30 minuten had ik de steur nog steeds onder controle. Het beest zwom zowaar naar mij toe. Het binnenhalen van het record was slechts nog een kwestie van tijd! Eenmaal bij mij aangekomen kon ik de tube van mijn onderlijn al zien! Mijn hart ging sneller kloppen… de steur zwom echter nogmaals links bij me weg en ging linea recta naar een boom onderwater waar ik me niet bewust van was… Mijn hengel maakte een enorme zweepslag pang! Dit dreunde nog heel lang bij me door. Mijn teleurstelling kan ik eenvoudigweg niet beschrijven. Ik denk dat de degenen die “Betaalwater in Frankrijk deel II” hebben gezien, van mijn gezicht zo ongeveer wel konden aflezen hoe gróót de deceptie wel niet was. Een aardig detail is nog dat dit de eerste steur in mijn leven zou zijn geweest. Zo dichtbij en toch weer zo ver weg. Gelukkig kreeg ik op het laatste moment van deze sessie nog een kans om een steur-aanbeet te verzilveren. Toen lukte het gelukkig wel…. Geen echt record maar wel mijn eerste steur binnen Cést la pêche! Enige tijd later keerde ik terug naar Vaumigny. Ik wilde graag een echt grote steur vangen en het karper-record breken dat nog steeds op 42 pond stond. Het probleem poisson chat was ondertussen dramatisch gegroeid. Het vissen met gewone boilies was nagenoeg onmogelijk geworden, dus moest ik mijn creativiteit op de vrije loop laten. Uiteraard zijn tijgernoten (mits goed klaargemaakt!) een goed alternatief. Het nadeel is wel dat steuren niet echt gek zijn op deze noten. Maar ja, je moet wat hé. De bekende truc met de nylon kous over je boilie is natuurlijk ook een optie… hoewel je deze kleine rakkers zo niet compleet uitschakelt. Voor mij was de keuze (na veel nadenken!) gevallen op twee halve tijgernoten met een 15 mm bloodworm-dumbel ertussen. Zo hield ik misschien toch nog kans op steur, terwijl die kleine krengen dit hapje normalerwijze zouden moeten laten liggen. Deze tweede sessie werd aan de ene kant een geweldig succes. Aan de andere kant leverde het ook weer eens een blessure op! Midden in de nacht, in de volle regen, kreeg ik een harde run. Ik sprintte mijn tent uit maar het was inmiddels spekglad geworden. De punt van een steen vond de onderkant van mijn voet feilloos! Ik scheurde de zijkant van mijn voet open, viel op de grond en miste de run ik strompelde terug naar mijn tent en hoopte dat ik voorlopig even geen run kreeg. Ik probeerde zo goed als ik kon de schade op te nemen en vermoedde dat de wond behoorlijk diep was en stevig bloedde. Ik riep mijn maatje en vroeg hem hoe de onderkant eruit zag Hij bestudeerde de onderzijde van mijn voet en liep vervolgens weg. Toen hij terug kwam keek hij mij strak en serieus aan en vroeg: Ben je kleinzielig?. Pardon, nee natuurlijk niet! brieste ik hem toe. Op dat moment haalde hij een in steridon gedoopte lap tevoorschijn en drukte en wreef over de wond heen Heel even voelde ik niets… totdat de steridon zijn werk begon te doen ontsmetten! Nog nooit heeft iemand mij bewust zoveel pijn gedaan! Ik verzon ter plekke hele serie nieuwe krachttermen, die de stilte midden in de nacht deed omslaan. Volgens mij waanden collega-vissers verderop zich even in een bootwerkerscafé midden in het hartje van Den Haag! Ik besloot om de sessie gewoon door te zetten ondanks de pijn. Alleen moest ik van stek veranderen. Ik moest dichter op mijn hengels zitten. Als een invalide visser nestelde ik mij op stek één. Uiteraard weer tegen bomen aan. Het weer was geweldig. Van meet af aan kreeg ik continue runs. De meeste karpers die ik ving zaten dik in de 30 pond.
Verschillende vissers hadden me herkend van de dvd en kwamen een praatje maken. Terwijl ik deze mensen te woord stond, ging de éne na de andere hengel af. Onder het praten ving ik gewoon nog even twee of drie karpers. Te bizar voor woorden als je weet dat deze vissers in de hele week slechts vier aanbeten hadden gehad… waarvan ze er nog eens twee gemist hebben. Zij hadden zich waarschijnlijk niet goed voorbereid op het probleem poisson chat…Tjah… dan wordt het natuurlijk allemaal wel héél moeilijk. De karpers krijgen eenvoudigweg niet de kans het aas tot zich te nemen. De dwergmeervallen duiken nagenoeg direct op je aas. Ik moet zeggen dat mijn nieuwe aaskeuze in schot in de roos is geweest. Ik ving slechts vier of vijf dwergmeervalletjes met deze aaskeuze. Zo zie je maar weer dat het verschil tussen goed en minder goed aas een gigantisch verschil kan uitmaken. Het is daarom goed om voor elke sessie verschillende opties voor handen te hebben. Soms is switchen gewoon noodzakelijk…